Sluitertijdvoorkeuze
De sluitertijd is de tijd dat de sluiter open en dicht gaat; eigenlijk de tijd dat je de foto maakt.
Bij Canon wordt deze stand aangeduid met TV; bij Nikon is het S.
Deze stand van de camera kunnen we bijvoorbeeld gebruiken bij:
- beweging bevriezen
- beweging onscherpte
- snelheid
- scherpte
Voordeel
Het grote voordeel van fotograferen in de sluitertijdvoorkeuze (of de andere stand diafragmavoorkeuze) is dat je meer creatief kunt zijn in het fotograferen. Jij bepaalt hoe je het wel hebben en niet de camera!
Langzame sluitertijd
Voorbeeld van een langzame sluitertijd is 1/15 sec. Bij deze tijd kun je soms nog net uit de hand fotograferen. (dit is ook afhankelijk van het type lens) Bij een te langzame sluitertijd wordt de foto onscherp. Bij een langzame sluitertijd kun je bijvoorbeeld ook een waas creëren in de foto: 1/30 sec. landschap (is scherp) met voorbijrijdende brommer (onscherp met beweging). Bij nachtopnames gebruiken we ook vaak een langzame sluitertijd (b.v. 10 sec.). Natuurlijk moet zo’n opname met statief. Stromend water met een langzame sluitertijd geeft ook een mooie effect (zee, waterval).
Snelle sluitertijd
Voorbeeld van een snelle sluitertijd is 1/4000 sec. Bij deze tijd kun je vallende waterdruppels fotograferen en als het ware bevriezen. Wil je lopende mensen scherp op de foto? Dan moet je minimaal fotografen met 1/60 sec. Bij springende kinderen moet je al gauw denken aan 1/250 sec. (of korter; dus bijvoorbeeld 1/500 sec.).
Wil je iets fotograferen wat echt snel gaat (racewagen, vogel, rennende kinderen), stel dan je camera in op de sluitertijdvoorkeuze!
Fotograferen in de TV (Canon) of S (Nikon) stand
- we gaan uit van de sluitertijd
- het diafragma wordt door de camera automatisch ingesteld
- let op: of er geen signaal voor over- of onderbelichting is!
- gebruiken bij: beweging of iets “bevriezen”
- scherpte in een foto
Op de camera moet je in de gaten houden, of er geen waarschuwing (knipperen) komt voor onder- of overbelichting. Dat wil zeggen er is te weinig of te veel licht. Met de ISO-knop kun je dit beïnvloeden. De ISO waarde vergroot als het ware de speelruimte van de sluitertijd en diafragma.
- Bij onderbelichting (te donker): ISO verhogen
- Bij overbelichting (te licht): ISO verlagen
Punt van aandacht:
Hoe groter de brandpuntsafstand, hoe groter de kans op onscherpte (trillen van de handen), hoe sneller de sluitertijd moet zijn.
De formule is:
2x de brandpuntsafstand = de minimale sluitertijd
Bijvoorbeeld:
50 mm – minimale sluitertijd
1/100 100 mm – minimale sluitertijd
1/200 300 mm – minimale sluitertijd 1/600
Recente reacties